Het is maart en het komt steeds dichter bij. Aftellen is leuk maar ik realiseer me ook dat dit ook de dagen zijn tot het afscheid van huis, haard en kinderen. Het voelt een beetje genant om te zeggen dat je blij bent om over 113 dagen weg te gaan, want eigenlijk is dát het lastigste moment van de hele reis.

Afscheid nemen omvat eigenlijk een aantal fasen en het eerste afscheid neem ik eigenlijk van mijn toekomstplannen. Na de pabo sta ik nu 5 jaar bijna fulltime voor de klas en dit stopt.

Het volgende afscheid betreft het huis of eigenlijk: de vaste woonplek. Het huis is verkocht dus bij terugkomst mogen we iets nieuws gaan zoeken. Ook wel leuk: een huis dat van ons samen is, want ik ben drie jaar geleden bij Richard ingetrokken dus mijn emotionele band met het huis is anders dan die van Richard. We hebben verder ook niet veel aan het huis ‘van-ons-samen’ gemaakt omdat we toch zouden ‘vertrekken’. 

Het derde afscheid omvat spullen en start eigenlijk al ruim 2 jaar eerder met een aangepast aankoopbeleid. Je vraagt je af of iets dat je koopt een lange levensduur heeft, of het bij vertrek mee gaat, naar de opslag gaat of naar de vuilstort. Dit geldt voor huis, tuin en keukenspullen (letterlijk) maar ook voor kleding. Vervolgens worden zaken die het loodje leggen niet meer vervangen en kleding niet meer aangevuld. Afgelopen winter heb ik nog met 3 paar schoenen gedaan…. Kleding waarvan ik verwacht dat het na terugkomst niet meer past, omdat met het klimmen der jaren je figuur verandert, is ook naar het goede doel.
Een leuk voorbeeld is onze gezamenlijke verzameling zwarte sokken. Elke sok met een gat gaat weg en we hopen het tot eind juli uit te kunnen zingen met de sokken die we nog over hebben. 
Elk potje of zakje eten uit de kelder dat er al jaren ligt wordt opgemaakt en de vriezer geleegd. Lastig hoor: je gaat wel weg, maar nog niet weg…
Spullen beginnen in steeds hoger tempo hun weg te vinden naar de kinderen, kringloop, vuilstort, houtkachel of boot. Spullen loslaten kost me steeds minder moeite. 

…en met beetjes

Het wordt nog serieuzer: afscheid van werk. Nu nog mentaal, straks fysiek. Sinds dit schooljaar werk ik al één dag per week minder èn in een andere bouw dus ik neem al gedeeltelijk afstand van mijn vaste collega’s. Wanneer je dan ook nog een laatste werkjaar in gaat, is je inzet al anders. Onbewust investeer je minder in de toekomst. Nu kun je voor de klas staan niet echt afbouwen en stopt het minderen vooral bij mentale inzet. Mijn hoofd zit gewoon al ergens anders. Wanneer je vóór de groep gaat loslaten raak je je groep kwijt en worden het nog zware maanden. Dàt blijft dus hard werken.

Daarnaast heb je het met collega’s wel eens over de toekomst en iedereen die nieuw binnenkomt krijgt mijn verhaal van anderen of van mijzelf te horen. Je wilt collega’s ook niet herhaaldelijk doorzagen over jouw toekomst. Dit terwijl er momenteel in mijn hoofd eigenlijk niets anders gebeurt dan bezig zijn met…. 

Het lijkt er op dat mijn wereld zich aan het afscheiden is van de rest. Thuis en werk hebben zich nog nooit zó duidelijk gesplitst. 

Na een etentje realiseer ik me deze splitsing. Het heeft niets te maken met de personen, niets met het werk, maar met mij. Ik zit niet meer ìn het team, maar sta ernaast. Ondanks onze fantastische vooruitzichten wordt ik hier toch oprecht verdrietig van. Ik haak deze avond als eerste af, loop op straat een lekker potje te janken, en rij naar huis. Dit gevoel houdt een dag voordat ik het goed op papier krijg. Lieve collega’s: in mijn eerste blog  wil ik jullie bedanken voor 5 fantastische jaren en ik ga jullie missen. Met alle gekkigheid en liefde!