Nederland: oost west, thuis best?
Ruim 7 maanden zijn we onderweg als we twee weken terug gaan naar Nederland. Iets waar we beiden naar uitkijken en dan hoofdzakelijk naar het weerzien met (klein)kinderen, familie, vrienden en oud collega’s. De weken voor vertrek bestellen we snel nog van alles online om straks mee terug te nemen naar de boot.
‘We gaan naar huis…’hoewel?

Vanaf 22 april 2022 is Moana Nui ons huis. Zonder enige twijfel en of spijt. De plek van ons huis verandert steeds maar we keren altijd weer terug op onze basis. Onze eigen kuip, kajuit, kombuis en spulletjes. Ons thuis.
Ondanks dat Nederland ruim 50 jaar mijn basis was, mijn thuis, ging ik niet naar huis. Ik heb geen huis: alleen de opslag met spulletjes en (voorheen eigen) auto die ik nu leen van mijn dochter. Ik heb geen huis: we hebben elders onderdak geregeld voor deze twee weken.

Thuis?
Als we niet naar huis gaan, waar gaan we dan wel naar toe?
Naar onze kinderen, kleinkinderen, moeder en andere familie.
Naar de krokante kroketten, haring met uitjes, drop, roze koeken, Hollandse luchten, files en overdadige keuzes in de supermarkt.
Naar de heerlijk ruikende winterkou (we hebben sneeuw) en het startende lente zonnetje met ontluikende bloesem.
Naar grijze miezerbuien en piepende ruitenwissers. Naar kale bomen en Nederlands heidegebied in plaats van bergen en bloeiende bougainville.
Naar een land waar elk plekje van iemand is, een functie heeft en bezet is. Laten we zeggen dat de ruimte overal optimaal gebruikt wordt.
Naar je droge en kriebelende winterhuidje.
Naar die heerlijke nietszeggende gesprekjes met andere mensen in de supermarkt waar je nu wél kunt aanhaken ipv lachend ‘si, si’ zeggen en géén idee hebben waar het over gaat.

Of toch niet?
Tot mijn grote verbazing moet ik bekennen dat ik na 1,5 week langzaam aan de terugreis denk en daarbij gemakshalve het onvermijdelijke afscheid van de kinderen duidelijk even negeer. Dat staat natuurlijk boven alles.
Het voelt vreemd. Alle levens gaan gelukkig (!!!) door en jij komt daar even vertellen hoe mooi het in jouw avontuur allemaal kan zijn. Je probeert mensen die net een Hollandse winter achter de kiezen hebben en 40 uur per week werken, te overtuigen dat het echt niet alleen vakantie is. Ik vind het vaak een beetje gênant. Een soort schaamte dat wij samen dit avontuur aangaan terwijl er door de meeste mensen gewoon de volgende dag weer gewerkt moet worden. Mensen die wel dromen hebben en er om verschillende redenen alleen over blijven dromen. Zelfs naar mijn kinderen heb ik dit gevoel soms want ‘Ik ga lekker weg’ en laat ze achter. Ik gun ze een dergelijk avontuur ook zo ontzettend. Er is zoveel te zien in de wereld.

Ik maak het goed voor mezelf door tijdens bezoekjes vooral héél véél over de ander te weten te komen: het draait niet alleen om onze reis.
We proberen contact te houden met iedereen. Dat is naar ons toe blijkbaar best een drempel: ‘We weten niet of je wel wifi hebt’. Je merkt het wel maar krijgt altijd antwoord dus app ons vooral gewoon lekker over het weer, je vakantie of baaldag, je deuk in je auto of die leuke griet die je in de file zag vanmorgen vroeg op het moment dat jij net uitgebreid lekker zit te gapen..

Wat wil ik nou eigenlijk zeggen?
Dat het ongelofelijk fijn is hier weer bij familie en vrienden te zijn en te zien dat gelukkig alles gemoedelijk zijn gangetje gaat. Maar ook dat het afscheid onherroepelijk tranen oplevert.
De omgeving voelt snel wel weer vertrouwd, alsof je niet bent weggeweest, bij de mensen voelt het soms ongemakkelijk. Het afscheidstraject van dat laatste jaar voor vertrek zorgt er blijkbaar voor dat je je er ‘niet meer helemaal bij hoort voelen’.
We genieten enorm van dit bezoek en blijven iedereen volgen via telefoon en sociaal media.

Tijdens onze reis is de boot thuis en de beste plek om te verblijven, maar na dit avontuur is thuis bij familie en vrienden weer het best: gelukkig staat er een volgend bezoek in de planning!