Canarische eilanden
Gewoon even heerlijk wat feitjes schieten over deze eilandengroep op 88 uur varen van Agadir (zonder wind…)
De eilandengroep waar de bekende vogel naar vernoemd is bestaat uit 146 natuurreservaten, 4 nationale parken, 7 biosfeerreservaten en 3 zee reservaten. In totaal is 40% van dit gebied beschermd. De naam van deze vulkanische eilanden komt overigens van het woord ‘Canis’ dat ‘hond’ betekent.
La agua de niebla (regen) wordt opgevangen in mist collectoren waardoor dit regenwater direct drinkbaar is.
Naast het Spaans is er ook een eiland waar fluiten een (oorspronkelijke) taal is. Er zijn grotten waar fossielen van 800.000 jaar terug te zien zijn. Het water is superhelder en verder hebben deze eilanden de meeste zonuren in Europa.
De hoogste berg van Spanje, de Teide ligt op Tenerife en de grootste telescoop ter wereld staat op La Palma. De luchten van de Canarische Eilanden zijn uitgeroepen tot de schoonste van Europa en zij worden beschermd door de wet op het luchtruim. De eilanden tellen maar liefst drie Starlight-reservaten en deze combinatie zorgt ervoor dat de archipel één van de drie beste plaatsen op aarde is om sterren te observeren.
Op de Canarische eilanden werd purper gewonnen uit korstmossen genaamd orchilla. Tot de opkomst van synthetische kleurmethoden, kleurden ze hier zijde en wol in purper en violet, de Konings- en bisschops kleuren. Volgens het museum op Graciosa verkregen de eilanden hierdoor de bijnaam ‘Glitters’.
Kom je op de Canarische Eilanden, kun je niet om de bananen heen. De eilanden zijn het belangrijkste productiegebied van bananen in Europa. De archipel beschikt over bijna 8.000 hectare grondoppervlakte en produceert ongeveer 420.000 ton bananen per jaar. De Canarische banaan is erkend als Indicación Geográfica Protegida. Het is dus beschermd Geografische Goed, een titel die aan geen enkel ander product wordt gegeven. Hierdoor ontvangen de eilanden van de EU een jaarlijkse subsidie voor het vervoer van de bananen. Je ziet ook daadwerkelijk overal bananen kassen en velden. Vooral op La Palma en Gran Canaria.
Wil je snel naar één van de eilanden? Klik dan hieronder, of lees de informatie over alle eilanden.
- La Graciosa
- Lanzarote
- Isla de Lobos
- Fuerteventura
- Gran Canaria
- El Hierro
- La Palma
- Tenerife
- La Gomera
La Graciosa (De Bevallige)
Haven
De haven van Caleta de Sebo kom je alleen in na een reserveringsaanvraag via PuertosCanarios. Zonder reservering wordt je absoluut weggestuurd! Dit heeft niets te maken met eventueel beschikbare ruimte. Bij binnenvaren is er rechts een gerenoveerde steiger en daar ligt ook een veerboot. Wij worden hier bij binnenkomst neergelegd maar liggen flink te schudden in de NO tot ZO valwinden.
De rest van de steigers moeten deze renovatie nog ondergaan. Dit is een dure plek vinden we, maar aan een kade of langssteiger betaal je in dit gebied 3x zoveel als wanneer je in een box ligt. Dat weten we nu en geeft ons een keuze. Tot slot is er in de haven stroom, soms water, geen wifi en een niet nader te omschrijven douchegebouw.
Stad Caleta de Sebo (kreek van het talg)
Het witte dorpje bestaat volledig uit zandwegen, witte huisjes, is de hoofdstad en voorziet in alle voorzieningen voor de eilandbewoners. Voor ons zeilers zijn de 3 supermarktjes en fietsverhuren van belang, naast natuurlijk de gezellige restaurantjes aan de haven.
Het kerkje is gewijd aan de patroonheilige van de vissers: Virgen del Carmen en op 16 juli wordt zij in een processie in de haven vereerd. Je zit dit nautisch aspect duidelijk terug in de inrichting. Tot slot is een bezoek aan het gratis minimuseum Chinijo ook echt de moeite waard.
Het tweede stadje Pedro Barba is zo genoemd door de gelijknamige avonturier die zich direct tot koning van de Canarische eilanden uitriep.
Eiland
Tussen 1730 en 1736 waren er op Lanzarote een aantal vulkaanuitbarstingen en in die tijd diende La Graciosa als toevluchtsoord voor de kuddes van het eiland.
La Graciosa is sinds 1986 onderdeel van het natuurpark De Archipel Chinijo (dit betekent ‘klein’) maar is wel het grootste zee reservaat van Europa. Er bevinden zich nog drie andere (onbewoonde) eilanden in dit reservaat. Leuk om te weten: La Graciosa werd vroeger veel door piraten gebruikt voor het begraven en opgraven van schatten😉.
Het eiland is vulkanisch en heeft 5 vulkanen, variërend in hoogte van 157 tot 266 meter. De Montaña del Mojón is te beklimmen en de krater kun je in.
Tussen deze vulkanen bevinden zich zanderige, woestijnachtige vlaktes met lavastenen en lavagruis, en een voor ons onverklaarbare hoeveelheid kleine slakkenhuisjes/schelpen.
De zuid-oostkant van het eiland is iets zandiger maar het zwarte gesteente dat op vele verschillende plekken toch de kop opsteekt, geeft het eiland een buitenaardse uitstraling.
Er rijden hier overigens alleen maar terreinwagens van de bewoners.
Sinds het eiland in 1870 bewoond is, zijn er al verschillende plannen geopperd om het eiland aantrekkelijker te maken. Een olieraffinaderij, een kabelbaan, een marinehaven en een groot vakantieresort zijn allemaal niet uitgevoerd. De afvalinzameling werkt goed, want er staan overal prullenbakken en er wordt afval gescheiden dus op een verdwaald ding na ziet het er schoon uit. Ook in het water.
Tot slot: je komt op dit eiland om te wandelen of te fietsen de bijzondere stranden en voor de natuur. Over de stranden geven we je geen advies: elk strand is anders en bijzonder. Wij waren er in december en vonden dit ideaal qua weer voor activiteiten. Vouwfietsen kun je gebruiken, al zullen de verhuurde MTB’s comfortabeler zijn (€15 per stuk per dag, dec. 2022).
Lanzarote (Okerkleurig)
Haven
De haven Rubicon, aan de zuidkant dien je te reserveren maar dan heb je ook een échte (toeristische) marina. Veel winkeltjes, boetieks en restaurants maar vooral goede wifi, heerlijke douches en het ziet er allemaal ontzettend netjes uit. Verder kun je ook goed terecht in Arrecife, met een heel beschutte haven.
Eiland
Ons tweede vulkanische eiland dat we bezoeken heeft tussen1730 en 1736 last gehad van een reeks vulkaanuitbarstingen waarbij 11 dorpen verzwolgen zijn. Er is dus niet zoveel aan oude dorpjes hier. Sinds 1993 is Lanzarote biosfeerreservaat en omdat de bodem vulkanisch is, zie je veel muurtjes (om de wind tegen te houden en vocht vast te houden. Men heeft met het graven van kuilen een manier gevonden om vocht vast te houden. Op deze manier kan men tomaten, zoete aardappel maar ook zeker druiven voor de de beroemde Malvasíawijn telen. Tot slot worden er cactussen geteeld waar dan de cochenilleluis op leeft. Deze gebruikt men om de rode kleurstof karmijn te maken (voor roze koeken en M&M’s).
Sinds 1964 gebruikt men de eerste ontziltingsinstallatie zodat het eigen drinkwater gemaakt kan worden. Lanzarote voorziet overigens ook het eiland Graciosa van drinkwater.
Het uiterlijk van het eiland is grotendeels bepaald door César Manrique, die het oorspronkelijke karakter van het eiland wilde behouden. Dankzij hem zijn de kleuren van alle kozijnen alleen maar traditioneel groen, blauw en bruin, moeten de huizen wit zijn en mag er niet hoger gebouwd worden dan 4 verdiepingen.
Cactustuin
We bezochten deze cactustuin uit nieuwsgierigheid en vonden het absoluut de moeite waard. Een grote diversiteit aan cactussen in deze bijzondere omgeving.
Timanfaya
Dit is het nationale park van de Montanas del Fuego (Park van de vulkanen) van 50 km2 met 25 kraters waar je met een bus doorheen rijdt. Omdat het nationaal park is, is de vrije toegang beperkt. Er zijn wandelroutes uitgezet.
In het bezoekerscentrum, een paar kilometer verderop leerden we dat de grote velden ruige lavastenen (mar de lava) door het gebrek aan regen ook bijna niet verweren. Er zijn stukken die niet helemaal zwart meer zijn, en waar begroeiing voorzichtig zichtbaar wordt. Deze stukken zijn tijdens de laatste uitbarsting van 1824 niet bedekt. Deze ’tong’ van lava is nog helemaal zwart en vanaf sommige hoger gelegen plekken goed herkenbaar.
Er zijn vele verschillende structuren waar te nemen in dit indrukwekkende vulkaan landschap.
- Pahoehoe lava: stroperige lavastromen die opdrogen en vlaktes vormen met ribbels (soort koeienvlaai).
- AA lava of Malpais: dit zijn de grote vlaktes met grote, puntige en onregelmatige stukken steen gevormd door verschillende lavastromen. Het is bijna niet te belopen.
- Pyroplastic fields: gruis tussen de 5 mm en 3 cm dat we picón, zahorra of lapilli noemen. Het wordt tijdens een eruptie uitgeblazen, en verplaatst zich nu door de wind.
- Vulcanic Bombfields: ogenschijnlijk vlakke velden waarop semi gesmolten vulkanisch gesteente her en der ‘is gedropt’ en als je het ziet, begrijp je de naam!
- Islots: stukjes land, volledig onaangetast door vulkanisch materiaal van waaruit de begroeiing zich weer kan uitspreiden.
- Hornitos/eruption vents: kraters ontstaan door snelle ontlasting van lava.
- Lavavelden: ontstaan door stroperig magma.
Normaal gesproken zijn we niet zó educatief maar rijdend door al deze verschillende landschappen die uiteindelijk allemaal dezelfde oorzaak hebben, bleek dit toch wel leuk om te weten.
Muurtjes tegen de wind en lavazand om vocht vast te houden moeten zorgen voor betere landbouwresultaten. Zo telen ze o.a. tomaten en zoete aardappelen. Tot slot natuurlijk de Aloë Vera en druiven in het vulkanisch druivengebied La Geria, waar men de overheerlijke witte wijn van maakt.
Er zijn in de geschiedenis wel 20-30 piratenaanvallen geweest waarbij inwoners werden meegenomen en dorpen verwoest. Castillo San Gabriel, met kanonnen die eerst de rio tussen Lanzarote en Graciosa beschermden dienden ter verdediging. Net als Castillo de San José, dat werd gebouwd onder zware armoedige omstandigheden en had als bijnaam Fortress of hunger. César Manrique heeft dit later laten restaureren.
Isla de Lobos (eiland van de wolven)
Een onbewoond eilandje ten noordoosten van Fuerteventura. Dit eiland dankt zijn naam aan de verdwenen monniksrobben die hier leefden. Ze zijn waarschijnlijk verdwenen door menselijke aanwezigheid en gebrek aan voedsel.
Haven
Is er niet dus lekker geankerd. Er zijn 2 ankerbaaien. Je dient wel een permit aan te vragen. Eenvoudig en meer een formaliteit. We hadden wel behoorlijke swell, maar dat woog voor ons (bijna) niet op tegen de locatie. Daarnaast is het de hele dag een komen en gaan van allerlei verschillende soorten boten met dagjesmensen die of aan de mooring boei genieten van de omgeving, of ze bezoeken het eiland zelf. Om je dinghy aan te leggen zijn we doorgevaren naar het zuid-oost puntje, waar zich een steigertje bevindt. Hier is ook het restaurantje en een paar mooie plekjes om te zwemmen/snorkelen. Goed terug te vinden op Google Maps (sateliet kaart).
Stad(je)
El Puertito is de plaats waar de veerboot aanmeert. In 1968 verlieten de laatste bewoners het eiland. Er bevindt zich daar één restaurantje en daar worden ijsjes en koffie verkocht.
Eiland
Het is een vrij jong (2 miljoen jaar😄) vulkanisch eiland met een oppervlakte van ongeveer 6 km2. Op het eiland bevinden zich vulkaankegels, duinen, zoutpannen en stranden.
Ontdekkingsreizigers en Spaanse soldaten landden op het eiland vanaf begin van de 15de eeuw.
Sinds 1982 maakt het eiland deel uit van het natuurpark ‘Parque Natural Dunas de Correlajo-Isla de Lobos’ en geniet het een beschermde status. Er komen 130 plantensoorten voor. Er wordt veel uitgelegd in het bezoekerscentrum, dat zeker de moeite waard is, vooral vanwege het lokale karakter.
Vanaf Montaña de Pila heeft men een stenen geul aangelegd, zodat de enkele keer dàt het regent, het water naar beneden loopt. Het komt dan uit bij Las Lagunitas. Daar groeiden ooit gerst, tarwe en linzen.
Fuerteventura (sterke wind)
Tussen 1402 en 1405 veroverde Jean de Béthencourt 4 eilanden waaronder Fuerteventura. Het opgeslagen kamp werd een dorp en zou tot 1834 de hoofdstad blijven: Betancuria.
Door grote droogtes heeft de landbouw op Fuerteventura het zwaar. Ooit was dit één na grootste Canarische eiland de graanschuur voor alle eilanden maar sinds het eind van de jaren 60 werd het toerisme is de grootste inkomstenbron.
Sinds mei 2009 is Fuerteventura met de omringende wateren toegevoegd aan het Mens- en Biosfeerprogramma (MAB) van UNESCO. Er leven potvissen, verschillende soorten dolfijnen en bijzondere vogels waaronder de alleen op dit eiland levende roodborsttapuit. Als je het landschap ziet, zou je niet zeggen dat dit eiland ooit volledig bebost was. Leve de ongereguleerde houtkap. Daarbij werkt het gebrek aan regen, de vele wind en altijd meer dan 20 graden niet mee aan de begroeiïng. Er worden geiten gehouden en men wil de wijnbouw stimuleren.
Haven en stadje
Gran Tarajal is een kleine rustige haven vlakbij een leuke boulevard. Veel restaurants, een strand, goed gesorteerde bootwinkel en mooie supermarkten.
Ze hebben alleen géén warm water in de douche…
Autohuur
Puntje van aandacht is dat het eiland best groot is. De route van Morro Jable (uiterst zuid) naar het Popcorn strand (uiterst noord) is 130 km. Daar komt bij dat er voor autoverhuur op Lanzarote beperkte locaties zijn en het vervoer met de bus verre van functioneel is. Bij het huren in Morrojable en Corralejo dien je je te realiseren dat je voor het verkennen van de zuid respectievelijk noord kant flinke afstanden moet afleggen.
Puerto del Rosario, ongeveer halverwege de oostkant, heeft één verhuurlocatie. Het vliegveld heeft er vele. Dit geeft je meer keus qua soort en prijs maar….bussen rijden niet (lijn 16? Nooit gezien) of niet volgens de schema’s.
Het is verbazingwekkend hoe lastig de luchthaven bereikbaar is met de bus. We zagen mensen er met rolkoffers door de berm naartoe lopen.
We hebben ook menig reiziger gespot bij de bushalte, die na een lange dag reizen graag naar hun vakantieverblijf willen en niet met een van de véle Tui bussen gingen.
Het is zeker aan te raden een auto te huren. Wegen zijn zeer goed, het verkeer top. Aanraders: Jandía en de uiterste noordkant.
Eiland
Fuerteventura heeft in zijn museum in Betancuria een mooi overzicht van alle archeologische opgravingen die er momenteel worden gedaan. Dit strekt zich uit tot Isla de Lobos.
Verder heeft dit eiland heel diverse landschappen. We hebben er drie dagen met de auto rondgereden en maakten op basis hiervan een soort ‘verdeling’.
Noord
Er wordt gesproken over ‘Hawaiaans’ en dit is zeker van toepassing op het noorden van dit eiland. Waar het landinwaarts nogal vlak en vulkanisch is, biedt de kust een geweldig landschap en mooie stranden en surfspots. Aan de westkant heb je een klein dorpje El Cotillo. Je vindt er ruige stranden en een heerlijke ‘frisse’ stad. Geliefd bij surfers, maar er zijn ook heerlijke terrassen. Rijdt je een stukje door langs de kust, kom je bij Faro de el Toston. Dit is tegenwoordig een visserijmuseum en vanaf één van de parkeerterreinen rijdt je de kustweg op die naar Corralejo voert. Niet verhard maar eigenlijk een must in onze ogen. Je komt langs het popcornstrand en talloze andere adembenemende (surf)plekjes. Tot slot mag je op de noord-oost kant het gebied met de wandelende duinen niet overslaan. Onmetelijk groot, mooi, steeds veranderend van vorm en heerlijk qua locatie.
Midden
Het midden van het eiland kenmerkt zich vanzelfsprekend door de vulkanen, maar daartussen lijkt het redelijk vlak. Dit in tegenstelling tot het vulkanisch landschap dat we kennen van Lanzarote. Aan de oostkant vind je de luchthaven en Puerto del Rosario maar er is verder niet zoveel te beleven.
Aan de westkant daarentegen, bezoeken we Puertito de los Molinos: een zeer klein authentiek plaatsje waar je vooral heen gaat om van de kust te genieten.
Zakken we af naar het zuiden, komen we langs Mirador de Guise y Ayose met twee grote standbeelden van deze Gaunchen koningen. Wij rijden door naar het door César Manrique ontworpen Morro Velosa vanwaar je een magisch uitzicht hebt over het noorden van het eiland, tot aan de duinen van Corralejo aan toe. Voor een mooi uitzicht over het Betancuria massief rijden we door naar Mirador Astronómico de Sicasumbre. Er staat een zonnewijzer en er is een sterrenkaart.
Betancuria is ooit hoofdstad geweest van Fuerteventura en is nu een klein levendig plaatsje dat ondanks zijn strategische ligging toch door de piraten werd gevonden. In de stad staat een bord dat de stad in 2020 door ’toeristische proffesionals’ werd verkozen tot één van de mooiste steden in Spanje. Dit mede om zijn bijzondere architectuur.
Hier is een museum dat niet te groot is en waar je op een vlotte manier veel over het eiland te weten komt.
Tot slot bezoeken we in het midden van het eiland Ajuy: een zwart zandstrand, vanwaar je na een heerlijke kustwandeling uitkomt bij de grotten. Absoluut een bezoek waard, waarna je op het plein in het midden van het dorp, met uitzicht op zee kunt genieten van de zon.
Zuid
Hier hebben we het over het schiereiland Jandía en net erboven: de Costa Calma. Playa de Sotavento is magisch mooi! We zijn het toeristische Morro Jable alleen dóór gereden maar dit zag er netjes en gezellig uit. Wanneer de haven mooi aangepast is, is dit een mooie plaats om te vertrekken naar Gran Canaria.
Vanuit Morro Jable duiken we de dirtweg op met links de kust en rechts het vulkaanlandschap. We bezoeken een van de oudste vuurtorens van de Canarische eilanden: Faro Punta Jandía. Er is een mooie expositie over de natuur in dit park. Wij bezoeken in het zuidoosten later nog een vuurtoren: Faro de la Entallada. De weg ernaartoe is een echte belevenis, en geeft meer reviews dan de vuurtoren uit 1954 zelf. Dit is de overigens de laatste vuurtoren die gebouwd is op de Canarische eilanden die zo groot is dat hij geschikt is voor bewoning. We hebben hier uitzicht op het leuke plaatsje Las Playitas.
Aan de westkust rijden we nog even door naar Cofete, bewoond door arme boeren en daklozen, met zijn mooie strand én begraafplaats op het strand.
Overigens was schiereiland Jandía ooit van de rest van het eiland afgesloten door een muur (La Pared). Of het is geweest om de koninkrijken van Giuse en Ayose te scheiden, ecologische bescherming of het in bedwang houden van de kuddes dieren…. niemand weet het. We hebben er ook niet veel meer van gezien.
Gran Canaria
Naar mijn idee het meest ‘Europese’ eiland. Door de grootte heb je niet meer het idee op een eiland te zitten. Het heeft veel te bieden. Natuur maar ook steden.
Haven
De haven van Las Palmas is groot! Er is geen wifi, maar er zijn wel verschillende winkels in de buurt waar je terecht kunt voor onderdelen voor je boot. De toiletgebouwen zijn functioneel. Tot slot kenmerkt deze haven zich door de vele jongeren die graag opstappen. Vanaf september tot december is hier vrijwel geen plek te vinden doordat Las Palmas wordt gebruikt als vertrekpunt van de ARC.
Stad Las Palmas
Las Palmas is groot, maar zeker geen mooie stad. Toch biedt het veel: een grote haven met diverse watersportwinkels en een zeilmaker. In de stad zijn genoeg bedrijven te vinden die onderdelen kunnen leveren of op maat maken. Direct naast de haven zit een stadsstrand, maar omdat dit redelijk ingesloten ligt in de industriehaven heeft dit niet onze voorkeur. Aan de noordkant van de stad ligt een groot, mooi strand met een lange boulevard met veel barretjes en restaurants.
Vegueta is de oude wijk van Las Palmas, waar ook het huis van Columbus (Casa de Colon) staat (overigens net als op de meeste andere Canarische eilanden ;-)). Donderdagavond is tapasavond (La ruta del Pincho), waarbij een groot aantal restaurants in Vegueta hapjes aanbieden tegen een bescheiden bedrag.
Eiland
De ontdekkers van Gran Canaria troffen op het eiland grote, woeste honden aan. Hun koning, die zijn opleiding in Rome kreeg, gaf het eiland de naam Canaria. Dat was een afleiding van het Latijnse woord voor hond: canis. Het eiland kennen we nu als Gran Canaria. De vogeltjes zijn dus genoemd naar het eiland en niet andersom.
El Hierro (ferro, ijzer)
Het jongste en meest zuid westelijke eiland heet eigenlijk Ferro (ijzer). El Hierro is de Spaanse vertaling. De naam stamt af van de roestkleurige kust. Men geeft dit eiland ook de naam La Isla Chiquita (klein eiland). Het westen van het eiland is dennenbos, het oosten is droog en gevuld met jeneverbes bomen en het zuiden is vulkanisch.
Haven
Puerto de la Estaca is klein. Er zijn 3 steigers waarvan één kant gebruikt wordt voor zeilboten, en er liggen een paar zeilboten (charters en catamarans) aan de kade. De haven is nog niet zo oud zodat het er allemaal nog heel goed uit ziet. Bij het haven kantoor is een klein koffietentje, souvenirwinkeltje, autoverhuur en je hebt er een ballenbak. Dit is tegelijkertijd de terminal voor de veerboten. Verder is hier bij de haven niets. Fiets je 10 minuten naar het zuiden heb je een minidorpje (Timijiraque) met een heel klein supermarktje en restaurantje. Verder heb je hier echt een autootje nodig of je pakt de bus.
Stad
Er zijn dorpjes en centraal ligt de hoofdstad Valverde. Er zijn hier verschillende supermarktjes. Ook is hier het centrale busstation van waaruit je over het eiland kunt reizen met de kleine busjes. Bovendien starten van hieruit de meeste Komoot wandelroutes over het eiland.
Veder bezochten we helemaal in het zuiden La Restinga dat vooral qua locatie echt de moeite waard is, maar dat geldt ook voor Tamaduste en Caleta. Er zijn nog wel meer dorpjes te ontdekken. Vergeet de natuurlijke zwembaden niet waardoor je de zandstranden niet mist!
Eiland
Dit eiland is weinig toeristisch, wat betekent dat het rustig en puur is. Je komt hier met de ferry, zeilboot of vanaf een ander eiland met het vliegtuig. Het eiland is dus wat lastiger bereikbaar én trekt minder toeristen door het gebrek aan zandstranden. Er is er één met wit zand en twee of drie met zwart heel fijn grind. Toch hebben we hier vele mooie natuurlijk zwembaden gezien, schoon, geweldig onderhouden met ontelbare plekjes en hoekjes om ‘privé ‘ te zitten. Het water is super helder.
Ontelbare uitkijkpunten en mooie plekjes naken dit eiland absoluut een tussenstop waard.
La Palma (La Isla bonita, het mooie eiland)
Het meest noordwestelijke eiland van de Canarische eilanden en er is weinig toerisme. Het eiland kenmerkt zich deels door de recente vulkaanuitbarsting (2021). Het zien van dít vulkanisch landschap is veel indrukwekkender dan dat van de overige eilanden, net als het lezen van de verslagen van dag tot dag, bijgehouden door mensen die zich midden in het vulkanisch geweld bevonden. Verder is het een subtropisch eiland met vijf verschillende klimaatzones dat voor twee derde is bedekt met bos.
Haven
Wij lagen aan de oostkant van het eiland in Puerto de Santa Cruz de La Palma. Een haven die er netjes uitziet, voldoende ruimte heeft omdat de meeste mensen de haven aan de westkant (Tazacorte) lijken te prefereren. Je hebt vele autoverhuren, een wasserette (online via een app te betalen, of met muntgeld), strand, supermarkten en een gezellige stad op loopafstand. Een nadeel van deze haven is dat er ondanks de ogenschijnlijke bescherming toch een flinke swell kan staan. Dit komt door de zeer nabije aanmeerplekken van twee grote veerdiensten en cruiseboten. Ook lig je dicht bij een aantal restaurantjes en barretjes waarvan er in het voorjaar één vrijdag, zaterdag en zondag een dj buiten heeft staan. Om 22.30 uur gaat de muziek wel zachter en om 01.00 uur helemaal uit. Hoog zomer is het hier minder levendig.
Stad Santa Cruz
De hoofdstad van La Palma was in de zestiende eeuw na Sevilla en Antwerpen de belangrijkste havenstad van het Spaanse rijk. Dit kwam door haar ligging. Nu is het ook een leuke stad (straat) met een gezellige sfeer, leuke terrasjes en mooie panden.
Eiland
Het eiland kent eigenlijk geen massatoerisme, maar wel ecotoerisme. Je komt hier om te wandelen en van de natuur te genieten. Het eiland is zo ontzettend groen: onbeschrijfelijk. Los Tilos is een mooi bosgebied, maar dichter bij de haven, Cubo de la Galga is ook een groene oase van rust.
Qua historie zijn hier op het eiland nog grotwoningen en rotstekeningen te vinden van de oorspronkelijke bewoners: de Benahoares. Zij noemden het eiland ook Benahoare. In 1405 gingen de Spanjaarden hier aan land en de oorspronkelijke bewoners zijn verdreven, vermoord of opgenomen in de Spaanse bevolking. Door de eerder genoemde goede ligging werd het een welvarend handelseiland. Verder is het vulkanisme vooral goed zichtbaar door de uitbarsting van de Cumbra Vieja in 2021. Hiervoor was er voor het laatst een uitbarsting in 1971 van een andere vulkaan. Je kunt met de auto over een weg rijden die weer gedeeltelijk hersteld is, nog steeds warmte afgeeft, en van waar de impact van de lavastroom goed te zien is. In het lavagebied van 1949 vind je Caños de Fuego: een museum en lavatunnel.
Er zijn hier zoveel mogelijkheden om te wandelen maar ook met de auto zijn hele mooie routes te rijden. Op het hele eiland vind je mooi onderhouden gekleurde huizen, netjes verzorgd. Het geeft het eiland een fris aanzicht.
Tenerife
Ankerbaai Playa de Anteguera
Twee uurtjes van Santa Cruz, een geweldige ankerbaai met niks! Mooie uitzichten, overdag wat bezoekers maar de meesten vertrekken begin van de avond. Het water is zo helder! Anker wel dicht bij het strand, anders heb je rotsen. Je kunt een stuk de barranco in wandelen, maar het is veelal stijgen en het dorpje beslaat maar 3 huizen. Het is wel mooi!
Haven
Porto Santa Cruz de Tenerife is levendig door de veerboten een stukje verderop, maar de verdere haven is heel rustig. Elke steiger heeft een eigen pasje dus dat is veilig.
Het sanitair is netjes maar er is geen scheiding van afval. Wel zijn er wasmachines en een droger. Je bent binnen 3 minuten midden in de stad en op 1 minuut lopen zit de autoverhuur.
Stad Santa Cruz
Santa Cruz is samen met Las Palmas de hoofdstad van de Canarische eilanden.
De stad is in 1493 gesticht door de plaatsing van een kruis op het strand van de baai (hier komt de naam vandaan). Men bouwde snel stenen huizen en verdedigingswerken tegen de Portugezen.
De stad is mede door de verwoesting van Garachico door lava, de belangrijkste havenstad geworden. Overigens ontdekten we ook nog een andere gezellige, mooie en interessante stad: Oratava. De weg ernaar toe is al de moeite waard.
Eiland
Het grootste eiland met de meeste inwoners van de Canarische eilanden. Het eiland heeft ook de eerste Canarische stad (San Christobal de la Laguna), de hoogste Spaanse /Canarische berg te weten vulkaan de Teide. Het plaatsen onder Spaans gezag van dit laatste eiland werd door de Guanches niet makkelijk gemaakt en duurde 3 jaar.
Op dit vulkanisch eiland vind je meerdere nationale parken waaronder el Teide en el Teno, dennenbos La Esperanza en gebergte Anaga met zijn Laurisilva bos.
Anaga
In Anaga bestaat een deel van de bossen uit laurierbomen. De Laurisilva is een dicht bos waarin vooral laurierachtigen en varens te vinden zijn. Deze planten zijn tijdens het Tertiair verdwenen uit het Mediterrane bekken en zijn alleen nog te vinden in Macaronesië. Er zijn verder talloze wandelingen te vinden.
El Teide (de hel)
De Teide is de hoogste berg van Spanje en omdat hij vanaf de zeebodem wordt gemeten, de 3 na hoogste vulkaan ter wereld. De ruim 3700 meter hoge vulkaan stáát al in een oude krater(9 km bij 16 km) . Het hele gebied eromheen is nationaal park en tevens het meest bezochte van Europa. Aan de voet van de vulkaan vind je wandelroutes, er is een kabelbaan naar boven en er is een bezoekerscentrum met museum. De laatste uitbarsting was in 1909.
La Gomera (Opmerkelijk)
Ons laatste en negende Canarische eiland. Het een na kleinste bewoonde eiland van de hele groep, grotendeels agrarisch en zeer zeker niet toeristisch. Christoffel Columbus is hier ook ooit geweest, vlak voordat hij in 1492 de oceaan over wilde steken. Van oorsprong woonden ook hier Guanchen. De fluittaal van dit eiland (Silbo) hoor je nog wel eens voorbij komen op de steigers. Het klinkt echt anders dan een ‘gewone’ fluit. De oorsprong van de naam is niet helemaal duidelijk: Gomer de kleinzoon van Noach of van de Berberstammen van Gomara bij Chefchouen (Marokko). De meest waarschijnlijke betekenis komt van de inboorlingen die het eiland Ghomara noemden: ‘Opmerkelijk’ of ‘Chef’.
Haven
Wij liggen in de haven van San Sebastián. Een niet al te grote haven, al is er in de baai ervóór wel zeer veel veerboot verkeer. Weinig last van swell gelukkig, maar wel van val(wind). In de periode dat wij er liggen zijn dagen met ruim 20 knopen wind geen uitzondering. Hier komen dan de windstoten nog bij. Er is redelijke Wifi en er zijn nette douches. Ook staan er wasmachines en drogers. Binnen 1 minuut sta je midden in de stad en een auto huren kan op een van de verschillende kantoren bij de veerboot, op loopafstand. De bussen rijden niet vaak maar kosten weinig.
Stad San Sebastian
Het is een stad met veel laagbouw, gekleurde huizen en een fijn sfeertje. Je vindt hier op de plaats waar Columbus ooit was, het Casa de Colon. In 1559 probeerde een groep Nederlanders via de haven van La Villa het eiland binnen te vallen, maar dit konden de Gomeranen voorkomen. In het stadpark staat de Torre del Conde, Deze is gebouwd tussen 1447 en 1450 door de graaf van La Gomera, en was tijdens een opstand van de inboorlingen van het eiland een toevluchtsoord voor de Castilianen. Qua voorzieningen zijn er in de stad twee supermarkten waarvan de grootste zich onder het busstation in de markthal bevindt. De markt zelf vonden wij beetje tegenvallen. Een aantal groentekramen en een koffietentje maar er was veel dicht en het is niet heel levendig. Verder in de stad (wederom) veel grote Chinese ‘ferreteria’s’.
Eiland
Het eiland heeft als hoogste punt, het in het gelijknamige natuurgebied gelegen Pico de Garajonay (1487 meter hoog). Dit park werd in 1986, als eerste park op de Canarische eilanden, uitgeroepen tot Werelderfgoed. Het is het vierde en jongste Nationale park. De fluittaal van La Gomera (Silbo genaamd) staat sinds 2009 op deze erfgoedlijst.
Het nationale park Pico de Garajonay bevat het grootste Laurisilva oerbos van Europa. Er zijn alleen al in dit nationale park 18 genummerde wandelroutes variërend in lengte en moeilijkheid. Verder vind je over het hele eiland bordjes met wandelroutes. De paden zijn netjes, gevarieerd en redelijk aangegeven. Wij zorgen overigens wel altijd voor een digitale backup.
Ook op dit eiland vind je oneindig lijkende groene hellingen en valleien maar ook diepe barranco’s. Een mooi en afwisselend landschap waar je ook hier veel hebt aan de Cicar-app. Tevens vind je op veel plaatsen een paaltje met QR code met uitleg over de omgeving (helaas heb je hier weinig aan als je geen telefoonbereik hebt…).
Note: wij informeren je graag op basis van persoonlijke ervaringen. Er is nog veel informatie te vinden op bijvoorbeeld Navily of Noforeignland. Op onze Polarsteps kun je ook veel lezen over onze ervaringen.
