Kaapverdië (Groene Kaap): No stress!
Of je het nu hebt over Kaapverdië, de Kaapverdische eilanden, Cape Verdes of de door henzelf geprefereerde Cabo Verde: het thema is op alle eilanden hetzelfde: No stress!

Eerst gewoon weer wat feitjes.
De benaming van deze eilanden komt vanuit de ligging t.o.v. de Groene Kaap in Senegal. 
De groep bestaat uit 14 bewoonde en 1 onbewoond (Santa Luzia) eiland. Overigens is de archipel tot de 15de eeuw volledig onbewoond. Het is de grootste broedplaats van de bedreigde Karetschildpad en op Boa Vista broeden veel bultruggen. Er wonen maar dan een half miljoen mensen waarvan de meeste op Santiago en er wonen meer Kaapverdianen buiten de eilanden o.a. door de droogte vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw. 
Sal was ooit het centrum voor zoutwinning en van alle vulkanen is Pico do Fogo (op Fogo) de hoogste en enige actieve vulkaan. 
Momenteel heeft Kaapverdië de meest stabiele democratie van Afrika en mede daardoor ook de hoogste levensstandaard van West Afrika.
De vlag tot slot symboliseert de tien belangrijkste eilanden, de oceaan en de weg naar een goede toekomst.

Er zijn zelfs 7 wonderen van Kaapverdië waarvan we deze 5 op de noordelijke eilanden bezoeken:

  • Het zoutmeer en mijnen van Pedra de Lume (Sal)
  • Santa Maria beach (Sal)
  • The Viana desert (Boavista)
  • Carbeirinho & Monte Gordo nationaal park (Sao Nicolau)
  • Monte Cara (Sao Vicente)

In 1587 worden de eilanden een Portugese kolonie en daarmee een tussenstop voor de slavenhandel van Afrika naar Amerika. Vanaf 1620 werkten de slaven ook hier in de zoutmijnen. Vanaf 1975 is de eilandengroep echter onafhankelijk en maakt een flinke ontwikkeling door. De luchthavens stimuleren het toerisme flink.

Veiligheid is soms een issue in dit gebied, maar de negatieve verhalen verspreiden zich altijd sneller dan de positieve versies.
Wij hebben ons nergens onveilig gevoeld, halen op de boot alles altijd netjes binnen en doen deuren en luiken op slot.
Het is geen garantie maar als je zorg dat er voor gelegenheidsdieven niets te halen valt voorkom je veel.

Ben je benieuwd naar de informatie van één specifiek eiland? Maak hieronder je keuze!

Sal (zouteiland)
Het eiland dat afgezien van een paar vulkanische bergen vlak is, heeft een steppe klimaat met maximaal 6 dagen regen per jaar en leeft van visserij, zoutwinning en toerisme. Sal komt pas aan het eind van de 18-de eeuw tot ontwikkeling, als de Kaapverdische ondernemer Manuel António Martins Velho in de vulkaankrater bij het havenplaatsje Pedro de Lume een zoutwinningsinstallatie aanlegt. Als de export stagneert legt een Frans bedrijf de kabelbaan aan naar de haven. Het helpt helaas niet om de zoutwinning op gang te houden maar de resten zijn nog zichtbaar. Ook hebben nog lang niet alle huizen hebben waterleiding, mede door de schaarste van het drinkwater.

Haven
De enige haven is bij Palmeira. Er is een pier voor vrachtschepen en de veerboot en een ankerbaai. De mooring boeien die je ziet, zijn van de vissers of de 2 toeristen catamarans. Er drijven wel vaak losse lijnen van deze boeien af, dus let op. 
De dinghy kun je achterlaten aan de kade rechts naast de visplaats en voor € 0,50 wordt er de hele dag op gepast. Je kunt water kopen voor € 0,50 per 200 liter. Afval breng je naar de kant. Op Noforeignland staat de locatie van de vuilnisplaats, net buiten het dorp aangegeven. Een levendige baai, veel vissers en direct in het dorp. Boatboy Jay van de Sodade catamaran haalt je binnen en wijst je direct op de zondagavond festiviteiten die absoluut de moeite waard zijn.

Palmeira is één van de drie plaatsen waar je in kunt klaren (naast Mindelo en Praia). Dit kan op het politiebureau en is snel gepiept. Vanaf een dag voor vertrek kun je je stempel voor vertrek weer halen. Als je naar één van de andere eilanden gaat, dan klaar je niet uit, maar krijg je wel een document mee dat je op het volgende eiland aan de politie geeft.

Stad(jes)
Palmeira (Palmboom) heeft een aantal supermarktjes en restaurantjes. Verder is de zondagavond BBQ heel leuk, er zijn bijna alleen maar locals en de sfeer is heel feestelijk.

Espargos (Asparagos, asperge) is de hoofdstad en iets groter. De naam komt van de wilde asperge die op het eiland groeit. Het is leuk om er door te lopen en er is hier ook een nette supermarkt genaamd Sucata. Google maps geeft een andere locatie dus even zoeken😉. Verder veel Chinese supermarktjes. Overigens kopen we hier in de Unitel winkel (net voor de Mercado Municipal) een internet kaart voor in de telefoon (€ 47,- voor 100 Gb). In Palmeira is dit een stuk duurder.

Santa Maria stelt als toeristische hotspot niet veel voor als je het vergelijkt met de grote toeristenoorden op de Canarische eilanden. Het is lang niet zo massaal. De straatjes zijn leuk, het 8 km lange strand is absoluut de moeite waard maar het blijft kleinschalig.

In de stadjes is het schoon, verzorgd en ziet het er netjes uit. De mensen zien er ook netjes verzorgd uit en zijn vriendelijk. Toch zie je buiten de bebouwde kom helaas veel plastic liggen.

Eiland
Een auto huren is prijzig voor wat je er hier mee kunt, er is namelijk maar één geasfalteerde ‘snelweg’. Makkelijker en leuker is de aluguer (€ 0,50-€ 1,50 pp). Wil je weten wat een aluguer is? Klik dan hier). De gewone taxi’s heb je voor jezelf, dus sneller maar ook (een stuk) duurder. De plekken om te bezoeken zijn bovenstaande stadjes, Shark Bay (diervriendelijk!), de Salinas in Pedro de Lume (je moet echt even drijven in het zoute water) en Buracona Blue Eye.
Onze persoonlijke mening is dat je hier vooral komt voor de mensen. Het eiland heeft qua natuur echt wel mooie plekjes, maar het is niet heel spannend.

Ga terug naar boven en ontdek een ander eiland!

Boavista (Mooi uitzicht)
Boa Vista is het meest westelijke eiland en heeft Sal Rei als hoofdstad. Het eiland staat bekend om zijn traditionele muziek en de talrijke schildpadden.
Ook dit eiland is op een paar bergen na, grotendeels plat maar het heeft wel prachtige lange stranden. Riberira Grande is de eerste stad van het eiland die gesticht werd in 1462.
De mensen leefden van zoutwinning en dadelkweek maar tegenwoordig vooral van het toerisme.

Haven
Er is niet echt een haven. Aankomende vanuit Sal kun je direct tussen Ilhéu de Sal Rei en Sal Rei een klein stukje richting de moorings varen die links liggen. Echter: je ziet de brekers van de ondieptes dus de meeste zeilboten varen ruim om het eilandje (leuk om te bekijken!) heen en ankeren in Baixa Ingles met uitzicht op Playa Estoril. 

De dinghy slepen wij het strandje op, net rechts van de ‘boulevard’ omdat we de pier te druk en ruw vinden. Ketting om de motor, via de boot aan een watertank en tie- wraps door de peddels: top! We hebben overigens geen ‘georganiseerde plek’ voor ons afval gevonden, dus dit nemen we maar mee naar het volgende eiland. Wel vinden we een wasserette! Een Speedqueen waar je 9 kilo kunt wassen voor 15 euro (2023, Noforeignland). In geval van nood is dit handig.

Stad
Sal Rei is een stadje met brede straten en heel veel Chinese winkels/supermarktjes. De stad leeft niet echt voor ons gevoel. Je ziet wel duidelijk dat er ooit een welvarender periode was, maar het is ook duidelijk dat dit al even geleden is. Toch is men druk bezig met bestraten en pleinen aanleggen. Een bezoekje aan Museo dos Naufragos maakt wel veel duidelijk over de geschiedenis van het eiland en Kaapverdië en is een bezoekje waard.

We maken ook een wandeling door de Barracas (sloppenwijk). Deze worden overigens ingekaderd door grote moderne complexen voor sociale huur.  In deze buurt lijken de mensen overigens zeer tevreden met wat ze hebben. De kinderen zwaaien en worden verlegen als je gedag tegen ze zegt. Persoonlijk voel ik me hier prettiger dan in de stad zelf.

Eiland
Het eiland is toch wel vrij divers aan landschappen. Het is groener dan Sal en er zijn ook niet zoveel andere plaatsen om te bezoeken.
Aan de noordkant vinden we Cabo de Santa Maria/Praia da Atalanta met het wrak dat voor de kust in de branding ligt. De onverharde weg ernaartoe is een belevenis en het strand is geweldig.
De ‘doorgaande weg’ naar het zuiden is verhard en brengt je, na een uitstapje op de ‘Kapverdská Route 66’ uiteindelijk op het uiterste zuidpuntje van het eiland bij Curral Velho. Het is zonder enige twijfel een paradijselijk strand. Je kunt doorwandelen naar Fundacoa Tartaruga, maar let even op het seizoen als je echt voor de schildpadden komt.
Praia de Santa Mónica ligt iets meer naar het westen en is breder, maar naar onze mening niet spectaculairder. Er bevindt zich daar wel een leuk restaurantje, Boca Beach, waar je onder het genot van een drankje van het uitzicht kunt genieten.

Ga terug naar boven en ontdek een ander eiland!

Ilha de Sao Nicolau
Dit eiland staat vooral bekend om zijn bergen met als hoogste punt de Monto Gordo. Door een hongersnood in de jaren 40 zijn veel mensen gevlucht naar andere eilanden.
Momenteel leeft men hier vooral van de bananenteelt en 60% van de bevolking leeft op het platteland.

Haven
Er is een grote ankerplaats voor de vissers- en ferry haven. De bodem bestaat op sommige plekken ook uit grote rotsplaten dus let op je grip. Er staan verschillende jongens om op je dinghy te passen en voor een hele dag betaal je € 2. Ik vind ze in het begin wat intimiderend maar dat went. Ook hier vinden we geen plek voor ons afval.

Stad
Tarrafal is een levendige plaats waar je veel mensen lekker met elkaar ziet kletsen op stoepen en bankjes. Er zijn wederom veel kleine Chinese supermarktjes en over het algemeen is het aanbod overal hetzelfde. 
Het Museu da Pesca aan de haven is gratis en leuk om te bezoeken. Er is verder een mooie boulevard aangelegd en je ziet dat men door middel van bewatering het eiland probeert te vergroenen. Naast een aantal restaurantjes is het ook leuk om even de vismarkt in de duiken om te kijken wat de vissers binnenhalen. Door de hele stad zie je namelijk mensen lopen met vissen die bij de staart worden beetgehouden.  

Ribiera Brava is de hoofdstad van dit eiland maar eigenlijk is er minder te beleven dan in Tarrafal. Het is wel heerlijk om door de steegjes te lopen en een blik te werpen in de ouderwetse winkeltjes en het kerkje. De route er naartoe met de aluguer is al geweldig leuk. Aan restaurantjes is er niet zoveel maar eten bij Rosa laat je lokaal eten en authentieke sfeer ervaren.

Eiland
We huren een dag een auto en een 4×4 is aan te raden. Van noord naar zuid is er namelijk maar één asfalt weg. De rest van wegen is bestraat met (niet overal even egale) kinderkopjes of gewoon niet bestraat. We rijden eerst naar Ribiera Brava en duiken dan de kustweg op naar het oosten. Wij houden van dit ruige landschap maar een beetje avontuurlijk rijden moet je leuk vinden. We passeren een aantal plaatsjes en via een lange onverharde weg komen we uit bij de ankerbaai aan de zuidkant bij het plaatsje Carrical. Er staan hier 15 huizen, 1 auto en er is één restaurantje waar Ana je heerlijk laat eten.

Tegen zonsondergang bezoeken we Carbeirinho: de laagjes- rotsen aan de westkant. Na de asfaltweg moet je een stukje off road (via google sateliet), dan nog 10 minuutjes lopen en je bent er. Absoluut de moeite waard. Je kunt met een gids gaan, maar alleen is het zeer goed te doen.
Het eiland heeft zoveel totaal verschillende landschappen: woestijnachtig, rotsgebieden maar ook ontzettend groene delen.

Qua bebouwing zie je goed, net als op de andere eilanden trouwens, dat men hard werkt aan de opbouw van het eiland. Veel is er ook nog niet af, maar het lijkt er op alsof Covid roet in het eten gooide bij een flink aantal grote toeristencomplexen. Deze staan nu half afgemaakt weg te kwijnen.

Monte Gordo
Midden op het eiland vind je natuurpark Monte Gordo. Een groen gebied waar je mooie wandelingen kunt maken. Je betaalt een klein entreebedrag maar het is de moeite waard. Er zijn wandelingen te vinden maar: de website die men op het eiland aangeeft is niet meer in de lucht. Op Komoot is wel een en ander te vinden en hier vindt je onze wandeling. Hij staat openbaar, maar op de een of andere manier zijn opgenomen wandelingen niet terug te vinden.
All trails heeft ook wandelingen online. Verdiep je hier van te voren goed in want er is onderweg niets!

Ga terug naar boven en ontdek een ander eiland!

Ilha de Sao Vicente
Ondanks vulkanische oorsprong is dit eiland ook vrij vlak. De Tafelberg is het hoogste punt en Monte Verde is beschermd natuurgebied.
Dit eiland, met de grootste haven van Kaapverdië, is ontdekt op 22 januari 1462 (de dag van Sint Vincentius), en dankt daar dus zijn naam aan.

Diogo Gomes ontdekte het eiland maar omdat het zo droog is bleef het lang onbewoond. De natuurlijke haven werd door de Britse, Hollandse en Franse piraten gebruikt en daarom bouwde Portugal er vanaf 1734 een fort. Men probeerde het eiland te bevolken door onder andere belastingvoordeel maar het hielp niet. Er stonden alleen wat herdershutten. Vanaf 1822 nam Groot Brittanië de economische controle over en er kwam een steenkoolopslag voor de bevoorrading van de (stoom) scheepvaart. Dit groeide en Mindelo ontstaat. De stad ontwikkelde door al deze nationaliteiten in muziek. literatuur en sport. De omschakeling naar diesel deed de stad economisch geen goed. Wel leuk om te weten is dat over dit eiland de eerste trans-Atlantische telegrafiekabel vanuit Engeland naar Brazilië loopt.

Op dit eiland heeft ongeveer de helft van de bewoners een waterleiding en 45% is aangesloten op de riolering (2005). Men leeft hier van visserij, toerisme en de haven.

Haven
Een echte (en enige Marina) haven vol levendigheid en mensen die op het punt staan over te steken. Er is de floating bar, er is een punt om afval in te zamelen, douches (alleen koud) én stroom en water (betaald) op de pier. Deze haven heeft zelfs een breng en haalservice voor je was maar je kunt ook zelf naar de wasserette.
Vóór de haven is overigens ook een grote ankerbaai te vinden.

Stad
De stad geeft je echt weer een ‘stad-gevoel’. Veel auto’s, veel mensen en het kneuterige van de vorige eilanden is verdwenen. Er zijn hier een paar supermarkten die uitgebreider gesorteerd zijn waaronder de Fragata. Deze heeft ook een sortering aan Pingo Doce artikelen. Het is een leuke stad om, vooral ook iets verder van de haven, in rond te wandelen en bezoek vooral een van de heerlijke (en voordelige) panaderia’s.
Voor ongekoeld groente en fruit kun je het beste naar de mercado gaan. Er is één ‘mooie’ mercado, maar naast de Afrikaanse markt is ook een authentieke mercado en hier leek de keuze groter en mooier. Voor vervoer kun je weer gebruik maken van de aluguer, bus en taxi touristique.

Eiland
Het eerste dat ons opvalt is dat het eigenlijk een heel schoon eiland is. Langs de weg ligt weinig troep maar aan de noordkant spoelt wel veel aan. We maken op dit eiland een wandeling van Baia das Gatas naar het plaatsje Salamansa. Een heerlijke kustwandeling maar ook hier veel aangespoelde troep.

Ook nemen we een dag een aluguer naar San Pedro, net onder de luchthaven. In dit plaatsje kun je tegen vergoeding zwemmen met (vrije) schildpadden. Ze worden gevoerd dus ze hebben een reden om in dit gebied te blijven. Je kunt er zelf heen zwemmen maar het onderhandelen en zelf in het water tillen van je boot horen er ook een beetje bij. Daarnaast verdienen de locals ook nog iets. Daarna kun je heerlijk bijkomen in de strandbar.

Ga terug naar boven en ontdek een ander eiland!

Ilha de Santo Antao
Dit groenste en vruchtbaarste eiland bestaat volledig uit vulkanisch materiaal met als hoogste punt de vulkaan Top de Coroa. Het zuidelijk deel van het eiland is droog dus de meeste mensen wonen in het noorden. Het is een eiland met sterk geërodeerde valleien. Het eiland is ook ontdekt door Diogo Afonso een paar dagen voor de ontdekking van Ilha de Sao Vicente maar werd pas bewoond vanaf 1548.

De mensen leven van visserij en landbouw. men verbouwt suikerriet, yam (wortelknol), maniok (casave), bananen, mango’s, papaya, koffie en mais. Men maakt van het suikerriet vooral Groque; een populaire Kaapverdische drank.

Haven
Er zijn plaatsen om te ankeren maar over het algemeen bezoeken zeilers het eiland met de veerboot en laten hun eigen boot achter in Mindelo. Vanaf de haven Porto Novo heb je namelijk een aluguer nodig die er ruim een uur over doet om (over de mooie kustweg) om in het groene gedeelte te komen. Een verblijf midden op het eiland maakt het makkelijker om vroeg op de dag met een wandeling te starten.
De retourkaartjes voor de boot naar Porto Novo zijn 30 euro (2023) en de veerboten gaan om 07.00 uur en 08.00 uur vanaf Mindelo.

Stad
Ribiera Grande is een stadje aan de noordoostkant van het eiland en is een goede uitvalsbasis voor wandelingen. In de stad zijn vele kleine supermarktjes en restaurantjes. Wij hebben de stad verder niet bekeken.

Eiland
Waar moeten we beginnen? Aan de kant van de haven begint het relatief vlak maar eenmaal iets verder het eiland op is het landschap fantastisch. Een fascinerende kustlijn met grote rotspartijen en mooie uitzichten op de volgende baai. Rijdt je landinwaarts wordt je overweldigd door groen. Tegen elke berghelling vind je terrassen, hoe smal ook. Suikerriet, cassave, bananenplanten, yam, mais, kool, bonen, papyrus en bonen. Het ziet er allemaal zo netjes en goed onderhouden uit.

Er zijn op komoot verschillende wandelingen te vinden maar in de top 3 van het eiland staan de kustwandeling vanaf Cruzinha naar Ponta do Sol, de Oase runde von Pinhão (zie Komoot) (langs de waterloop en waterval van Ribiera Grande) en de wandeling rond de Cová de Paúl. De laatste wandeling hebben wij niet gedaan maar de andere twee zijn fantastisch, ondanks dat er in beiden toch wel flinke hellingen te beklimmen zijn… Vooral de Oase is zo ontzettend mooi. Je kunt het niet vangen in foto’s.

Naar onze mening heeft een auto huren niet zoveel zin. Wij hebben een privé taxi genomen om de route van Ribiera Grande naar Porto Novo door de bergen van het eiland te rijden. Je ziet hier goed hoe groen en bijzonder het landschap is.

Heb je het lezen van dit artikel trek gekregen in een typisch gerecht van de Kaap Verdische eilanden? Probeer dan eens ons recept voor Cachupa!

Note: wij informeren je graag op basis van persoonlijke ervaringen. Er is nog veel informatie te vinden op bijvoorbeeld Navily of Noforeignland. Op onze Polarsteps kun je ook veel lezen over onze ervaringen.

Ga terug naar boven en ontdek een ander eiland!