Martinique: Kontan wè zot!
Een stukje Europa in het Caribisch gebied. Wat is het heerlijk om weer eens inkopen te doen in een Franse supermarkt, al blijkt wel dat we vooral verswaren gemist hebben. Ook de sfeer op dit eiland is direct anders dan de eerdere eilanden die we bezocht hebben.

Eerst weer wat feitjes over dit mooie eiland.
Dit eiland is de rumhoofdstad van de Carieb met wel 16 verschillende rum merken. Het eiland werd door Columbus Martinique genoemd, en stond eerder bekend als Madinina (Bloemeneiland) en later als ‘Jouanacaera’: eiland van de leguanen. Het eiland is in 1635 door de Fransen opgeëist, maar heeft er tot 1815 met Groot Brittanië over moeten vechten. De ‘Zouk’ dansstijl komt hier vandaan.

Mount Pelee, de vulkaan die met zijn gaswolk in 1902 St. Pierre verwoestte, is het hoogste punt van het eiland.

Haven/baaien
We starten in de baai van Le Marin: groot en vol. De baai is uitgestrekt en je zou ook ‘meer richting zee’ een plekje kunnen zoeken. Veel onbewoonde boten, ondieptes, dieptes en mooring- en ankerplekken door elkaar. Er zijn op de kant binnen loopafstand echter vele faciliteiten. Qua boot benodigdheden en supermarkten, bakkers, wasserette en pin automaten. Het voelt echt als Europa. Ook kun je iets meer naar buiten in de baai bij Saint Anne gaan liggen, maar daar zijn minder voorzieningen.

De baai van Fort de France bezoeken we de eerste keer ter hoogte van de raffinaderij en luchthaven. Bij de yachtclub de kant op, lopen over een leuke en soms half ondergelopen weg door de mangrove en dan naar de stad met de bus (lijn A). Het schijnt dat als je je dinghy tov de zeilclub legt, je naar de stad kunt lopen en geen bus nodig hebt. Hier in de baai is verder niks. 

Onze tweede ankerplek is meer naar het Zuid oosten bij Petit Ilet. Weinig andere ankeraars, bij de kleine eilandjes voornamelijk dagjesmensen en je wordt omringd door groen. Hier zoù je kunnen zwemmen en je kunt in elk geval met je dinghy goed de mangrove in. 

Later ankeren we nog west van Pointe du Bout. Veel toeristen en resorts maar ook veel diversiteit in leuke en betaalbare barretjes en restaurants. Er is zelfs op 10 minuten lopen van de dinghysteiger een wasserette. 

De volgende baai die we bezoeken is bij St, Pierre en dit is een leuk stadje met historie. Dit ‘Petit Paris’ werd immers na de vulkaan uitbarsting van 1902 het Petit Pompeï van de Kleine Antillen. Hier is een supermarkt, zijn koffietentjes, een wasserette en een busstation.  

Anse d’Arlet is authentiek, klein en Caribisch. Kleine bakker, wat horeca en we hebben geen supermarktje kunnen ontdekken. 

Ook Anse Meunier is een mooi plekje met een klein strand en mooie wandelopties naar St Anne of naar het zuiden de Salinas. Net achter het strand begint direct de mangrove. In het bosstukje ertussen vind je ook een aantal picknick tafels. Bedenk wel dat de weekenden wat drukker is qua boten en dagjesmensen.  

Anse Noir en Anse Dufour liggen vlak naast elkaar en bieden ruimte aan hooguit 3 of 4 boten. Naast wat vissersboten, speedboten en jetski’s. Zwemmen en snorkelen zou ik doen met een oranje opblaasboei. Het water is wel helder.  Er is een en ander aan restaurantjes en het is vooral klein en kneuterig.  

Op onze terugweg naar het zuiden ankeren we bij Schoelcher, een rustig plekje in de baai van Fort de France. Er zijn leuke restaurantjes. De plaats is vernoemd naar de voorvechter van de afschaffing van de slavernij in Frankrijk en de Franse overzeese gebieden.
Ook liggen we nog bij Fort de France zelf, tegen het fort aan. Veel minder pittoresk en drukker maar wel leuk om in elk geval de stad gezien te hebben.

Dit eiland heeft rondom echt zo ontzettend veel mogelijkheden om te ankeren, heerlijk. Check Navily maar eens…

Steden
St. Pierre is bij de ankerbaaien al aan bod gekomen en is absoluut de moeite van het bezoeken waard. Ook het museum is interessant. In mei heeft men in deze stad een culturele feestmaand en konden we voor niets naar binnen. Er werd ook een gratis stadswandeling georganiseerd onder leiding van een Franse gids en er was veel interesse. Hier wordt ons duidelijk dat St. Pierre ooit de belangrijkste stad van Martinique was met de grootste en belangrijkste haven. De vulkaanuitbarsting maakte hier een einde aan. Het is het een leuk stadje om door heen te slenteren met zijn supermarkt en de heerlijke patisserie.

Fort de France is een ander verhaal. Sinds 1692 is dit de hoofdstad van het eiland en het is een van de grotere steden van het Caribisch gebied. Via de namen ‘Fort Royal’ en ‘Fort Saint Louis’ komt de stad aan zijn uiteindelijke naam. Het Fort zelf is niet te bezoeken. We ankeren er echter vlak naast. In de stad zelf zijn vele winkels te vinden. Het meest in het oog springende gebouw vinden wij de bibliotheek van Schoelcher. Deze bibliotheek is vernoemd naar de eerder genoemde held.

Eiland
Het eiland biedt een mooie combinatie van Europa en de Cariben. We doorkruisen het hele eiland en genieten van de ruige noordkust. Er zijn hier op het eiland erg veel wandelingen die zonder gids te doen zijn. We lopen naar de watervallen van Couleuvre, Absalon en Didier.
Stuk voor stuk mooie wandelingen. Ook bewandelen we het schiereiland La Caravelle. Bij veel wandelingen wordt er een stuk door de mangrove gelopen, pak je een stuk bos mee en met een beetje geluk kun je nog zwemmen aan het strand of in de waterval.

Het is ook wel lekker om weer even Europees boodschappen te doen en te winkelen. De prijzen variëren en vooral bij verse waren zoals champignons en paprika moet je goed naar de prijs kijken. We kunnen hier overigens wel weer goed onze koffie voorraad aanvullen…

Note: wij informeren je graag op basis van persoonlijke ervaringen. Er is veel informatie te vinden op bijvoorbeeld Navily (havens en ankerplekken, door zeilers), Noforeignland (veel nuttige land-spots, door zeilers) en Noonsite (wereldwijde informatie over formaliteiten per land, haven- en veiligheidsrichtlijnen).Tot slot kun je op onze Polarsteps veel terug lezen over onze persoonlijke ervaringen.